Heeft u een minuutje? Lees dan hier het verhaal over DSO Jeugdkamp 2014, vanuit het oogpunt van de Kookstaf.
Het weekeinde (ook wel: weekend) is een aanduiding van een tweetal dagen in de week waarop de meeste mensen vrij hebben. En vrij hebben, is fijn. Na een lange week hard werken, is het prettig om even het hoofd leeg te maken en tot rust te komen. En korfballen op zaterdag, bij een mooie vereniging als DSO, is daarbij een mooie aanvulling. Natuurlijk, het ene weekend is drukker dan het andere maar dat is prima. Je kunt niet altijd uitslapen.
Maar één keer per jaar is er die 100% zekerheid dat je vermoeider een weekend uit komt, dan dat je een weekend in gaat. En dat is bij het DSO Jeugdkamp.
DSO Jeugdkamp 2014, een kijkje in de keuken van ‘de Kookstaf’.
De Woordenlijst Nederlandse Taal (hoofdstuk 16.3, regel 16.J) leert ons dat we de naam voor een bevolkingsgroep, of een lid daarvan, schrijven met een hoofdletter als hij is afgeleid van een aardrijkskundige naam of als het om een specifiek volk gaat. Daarom schrijf ik Kookstaf met een hoofdletter. De Kookstaf is namelijk een specifiek slag volk. Een bijzonder slag volk. In welk opzicht, zal ik voor nu even buiten beschouwing laten maar laat ik het er op houden dat niet iedereen geschikt is voor deze job.
Vrijdagochtend, heeeeel vroeg. De wekker gaat. Huh?! Dat is raar… vandaag staat er namelijk een vrije dag op het programma en dus er hoeft helemaal niet vroeg opgestaan te worden om te gaan werken. Mijn hand schiet naar de wekker en slaat het rotding van het nachtkastje af. Maar het leed is al geschied: ik ben wakker. Ik lig in bed en staar naar het plafond en denk bij mezelf: een vrije dag… *zucht* en de tranen schieten in mijn ogen. Ik weet dat vandaag niets met ‘een vrije dag’ te maken heeft. Vandaag zal ik harder moeten werken dan op een normale werkdag. En dat lieg ik niet.
Ik sleep mezelf uit bed en voltooi mijn ochtendritueel. WC, douche, tanden, deo, gel, etc. Het scheren kan ik overslaan: dit weekend verwacht ik namelijk geen mooie vrijgezellen vrouwen tegen te komen. Althans, niet van mijn leeftijd.
Na een klein ontbijtje ga ik aan de slag om mijn tas in te pakken. Wat zal ik nodig hebben dit weekend? In mijn hoofd maak ik een lijstje en ik besef me dat ik achter in mijn klerenkast moet zijn: afdeling oude kleren die vies mogen worden en/of in brand mogen vliegen. Dat laatste is tenslotte een reële kans.
Nadat ik mijn tas heb gepakt, kan ik op zoek naar mijn slaapzak. Ik moet al janken bij het idee dat ik hier 2 nachten in moet gaan slapen. Wat een krappe bedoeling. Het lijkt wel alsof dat ding elk jaar smaller wordt. Of zou het aan de omvang van mijn lichaam liggen dat ik elk jaar minder ruimte over houdt om te ademen, als ik in dit ding moet slapen? Anyway: hij mag weer mee dit jaar. Samen met de andere noodzakelijke items zoals telefoonopladers en muziekboxjes zet ik alles netjes in de gang, klaar om meegenomen te worden.
Tijd om mijn maat Edwin (in de volksmond ook wel Ed genoemd) op te gaan halen. In de auto bedenk ik me dat het alweer voor het 4e of 5e keer is dat we samen de Kookstaf vormen. Wat gaat de tijd toch snel. We worden oud… Vooral Ed.
Ik stop bij Ed voor de deur en die staat (uiteraard) al klaar. Snel zoek ik mijn Spotify Playlist op die ik speciaal voor dit weekend heb samengesteld: louter Nederlandse kneiters! Ed stapt in en de muziek kan aan: we zijn er klaar voor.
Als eerst gaan we vandaag spullen ophalen die we hebben gehuurd voor dit weekend. Het adres is ingevoerd in de navigatie dus ik verwacht geen problemen. We moeten in Breda zijn en na de woorden “na 100 meter bereikt u uw bestemming” te hebben gehoord, stoppen we voor het ingevoerde huisnummer. We stappen naar binnen en we geven aan dat we de gehuurde spullen komen ophalen, volgens afspraak. Het meisje dat ons helpt, kijkt ons schaapachtig aan en lijkt ons niet te begrijpen. Nu heb ik het vaker dat vrouwen mij schaapachtig aankijken en ook vooral niet begrijpen, maar wat we vroegen was toch niet heel moeilijk. De chef werd er bij gehaald en we leggen nogmaals de case voor waarom we naar Breda waren gekomen. Wat blijkt: we moesten niet op nummertje 71 zijn, maar 71a. Klein nuance verschil, maar wel essentieel. Nadat we op de juiste plek zijn beland, kunnen de spullen worden ingeladen. Dit is ook het moment om de auto gereed te maken voor alle overige zaken die nog mee zullen moeten naar Loon op Zand. Het resultaat is dat we met onze stoelen flink naar voren moeten zodat de achterbank plat kan. Voor mij nog niet zo’n probleem maar Ed zijn knieën zitten ten hoogte van zijn oren. Ik vind het een mooi gezicht.
Ik overhandig Ed de boodschappenlijst voor de Makro. Het lijstje is gelukkig niet zo heel lang meer, want het grootste gedeelte van de boodschappen hebben we ingekocht bij een lokale supermarkt die de boodschappen vanmiddag komt afleveren bij het kamphuis. De exotische items en de spullen die later nog op het lijstje zijn gekomen omdat een gedeelte van de kampleiding ook nog na de deadline met verschillende eet- en drink wensen eisen kwamen, gaan we nu inkopen. De Makro kennen we niet uit ons hoofd wat resulteert in een inefficiënte route. Maar we laten ons niet uit het veld slaan: bijna alles op het lijstje weten we in te kopen en de portemonnee kan weer worden getrokken. Ik heb al mijn spaargeld op mijn lopende rekening gegooid dus de transactie slaagt en we worden niet aangehouden bij de kassa.
Alle boodschappen laden we netjes in de auto en we gaan weer richting Klundert, naar de kantine. Daar leggen we een gedeelte van de boodschappen in de koeling en vriezer. Tijd om even bij te komen, is er niet. Heel even schiet de gedachten door mijn hoofd dat dit ‘een vrije dag’ is. Omdat ik niet wil huilen in het bijzijn van Ed, verdring ik de gedachten en stel voor om de kantine weer netjes af te sluiten en op pad te gaan naar onze volgende stop: Zevenbergen.
In Zevenbergen moeten we zijn bij de poelier. Nadat we de auto hebben geparkeerd, vervolgen we lopend onze weg. Echt warm is het niet en ik prijs mezelf heel even gelukkig dat we het zo enorm druk hebben vandaag zodat we geen tijd hebben om koud te lijden. Er is 1 dame voor ons aan de beurt en die vraagt om een bakje warme kippenpootjes. Nog voordat ze antwoord krijgt van de eigenaresse, weet ik eigenlijk al wat het antwoord wordt. Ik heb tenslotte 2 weken geleden een bestelling geplaatst die er voor zorgt dat haar maandomzet voor de maand mei veilig is gesteld. De dame voor ons wordt dan ook teleurgesteld dat die er op dit moment nog even niet zijn. Teleurgesteld wijst ze richting een paar grote bakken met warme kippenpootjes. “En die, zijn die ook nog niet goed?” “Jawel..”, is het antwoord, om daar achteraan te plakken: “Deze zijn besteld!”. Ed en ik kijken elkaar kort aan en we glimlachen. Na het afrekenen van onze bestelling (katsjing!) sjouwen we de grote doos vol met warme kippenpootjes naar de auto.
Ik kijk op mijn horloge en het is 13.15u. Ed en ik hebben weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen: tijd om te eten. Ondanks het volle programma, het strakke tijdschema en de druk op onze schouders om alles geregeld te krijgen, besluiten we om snel een boordje te gaan eten bij de Panaché. We kiezen voor broodjes gezond met de gedachten dat het ons slim lijkt om nog wat vitamines binnen te krijgen.
Nadat we lekker hebben geluncht (lees: snel ons broodje hebben opgegeten), gaan we terug naar Klundert. Ik zet Ed af bij hem thuis en rij door naar mijn eigen huis om de spullen op te halen die ik al had klaar gezet. Na de laatste spulletjes te hebben gepakt en nog even goed rond te hebben gekeken of ik iets vergeten was, kan ik de deur achter me dicht trekken en op slot draaien. Op naar de DSO kantine.
Bij de DSO kantine merk ik hoe goed we als Kampcommissie op elkaar ingespeeld zijn. Binnen no-time zijn we klaar voor vertrek richting het kamphuis. Bij het kamphuis aangekomen gaan we in sneltrein vaart door met de voorbereidingen. Terwijl de rest van de leiding het kamphuis aankleedt en omtovert tot een kasteel, richten Ed en ik onze keuken in. De bestelde boodschappen worden bezorgd en krijgen een mooi plekje.
Het is wachten op de kids en wij maken van de gelegenheid gebruik om even snel een paar frietjes en snacks te eten. Ondertussen worden we als groep op de hoogte gehouden van de busreis door de leiding die in Klundert zijn achter gebleven om de kids te verzamelen en naar het kamphuis te brengen. Op de hoogte gehouden worden, verloopt via WhatsApp in een groeps-app. Ik merk altijd wanneer het DSO Jeugdkamp er aan komt, want dan ontploft de groeps-app namelijk. Man, man, man. Wat een berichten. En wat een onzin komt daar voorbij. Ik doe daar niet aan mee; ik houd me in dat opzicht wat afzijdig en lever alleen nuttige feedback en positief kritische bijdragen. Om u een kleine indruk te geven, heb ik het gesprek geëxporteerd en naar mezelf gestuurd per e-mail. Eenmaal omgezet tot Word-bestand, kwam ik tot 89 pagina’s!! En dat is dan excl. alle media (foto’s en filmpjes)!! En om het nóg gekker te maken: ik heb sinds oktober 2013 een nieuwe telefoon dus dit is nog lang niet alles. Maar goed, maakt niet uit. Het is tenslotte af-en-toe ook best handig.
De kids worden afgeleverd door de bus en vanaf dat moment weten Ed en ik het: het DSO Jeugdkamp is nu écht begonnen! De kids bestormen de kamers en nemen bezit van ‘het kasteel’. Met een schuin oog bekijk ik de kids die plaats nemen in de kamer naast die van Ed en ik. Jongens uit de E teams… jonge kids dus. Kan positief zijn, of minder positief… Op dat moment twijfel ik nog en ik besluit het gewoon even af te wachten voordat ik mijn oordeel vel.
Leuk is dat wij elk jaar van veel kinderen ‘iets lekkers’ krijgen. Ondanks dat het in de kampkrant staat, is het helemaal niet verplicht maar wat blijft het leuk om al deze lekkere cadeautjes in ontvangst te mogen nemen! En wat zitten er geweldige dingen bij! Een paar hele mooie zelf gemaakte cakes en taarten. En dan niet zo maar een taartje, maar vol met gekleurde logo’s, teksten, etc. En dan ook nog eens echt heel erg lekker smaken. Wij genieten er elk jaar weer van. En zijn ook altijd mensen die denken dat het leuk is om de kampleiding voor de gek te houden.. zo werden er dit jaar een aantal zelf gemaakte broodjes gegeven. Leuk zou je denken. Maar het is van Atie. En Atie ken ik. Dus ik pak met Jasper een klein stukje van 1 van de broodjes. Potverdorie, het is nog lekker ook. Dus ik pak op een later moment nog een lekker stukje, nu wat groter.*&@*%^$!! Het stukje wat ik op eet, is gloeiend heet en pittig en mijn mond, en dan met name mijn tong, staan in brand! Bah! Al het lekkers wordt verzameld en alle leiding weet dat deze enorme berg met snoep, chips, nootjes, cakes en taarten over 1,5 dag vakkundig is weggewerkt door de leiding. Want de kinderen krijgen veel lekkers dit kamp, maar de leiding doet er al jarenland zeker niet voor onder! Onbeperkt vreten, is 1 van de kwaliteiten van deze kampleiding.
Het openingsspel kan beginnen en iedereen gaat vol enthousiasme aan de slag. Leuk om te zien dat de groepjes vorm krijgen en de teams namens en leiders krijgen. Voor Ed en mij is dit een prettige fase: wij hoeven nog niet zo heel veel meer te doen dan wat drinken te verzorgen en wat snoepjes uit te delen. Wij weten dat onze tijd nog wel komt dit weekend.
Wij moeten écht aan de bak als de kinderen en de rest van de leiding naar het bos vertrekken om daar te beginnen aan het avondspel. Uit ervaring weten Ed en ik dat iedereen na zo’n avond bosspel dorstig, maar vooral hongerig, terug komt. Tijd voor ons om te beginnen aan de ‘Gehaktballetjes alla Kookstaf, geserveerd met een mooi passend sausje zonder groenvoer garnituur’. We pakken de 5 kilo gehakt, de kruiden, de eieren, etc. en beginnen aan onze eerste echt klus. We draaien honderden gehaktballetjes en bakken ze bruin. Het vet spettert om onze oren en de eerste brandplekken ontstaan op onze handjes. Maar wij gaan door. De deadline nadert en we willen klaar zijn voordat iedereen terug komt. Ik zal niet ontkennen dat wij hier en daar tussendoor een balletje zelf opeten. Dit doen we echter niet uit eigenbelang maar puur en alleen om de kwaliteit te waarborgen. En de kwaliteit was goed. Dat was niet alleen onze mening, als ik af ga op de snelheid waarmee de balletjes (waar wij uren tijd, energie, liefde en passie in hebben gestoken) naar binnen werden gewerkt door iedereen.
Voor de jongsten tijd om naar bed te gaan. De ouderen mogen nog opblijven want er staat nog een nachtspel op het programma voor hen. Ed en ik weten dat wij ons mogen gaan uitleven op de afwas. Gelukkig hebben we afwasmiddel bij dat geschikt is voor extra vette afwas. Na de afwas ploffen Ed en ik op de bank in de keuken. De bank in de keuken is een geschenk. Die is er door de eigenaren van het kamphuis speciaal neer gezet voor harde werkers zoals wij. Ik weet het zeker.
De tijd die volgt bestaat uit filosoferen over de problemen in de wereld, de crisis, politiek en gezellig ouwehoeren. Tussendoor mogen we nog licht-corrigerend optreden bij de jongsten die nog niet echt zijn gaan slapen, sinds ze naar bed zijn gegaan. Opvallend is dat de kamer naast die van Ed en mij ontzettend onrustig is. Een beangstigend gevoel bekruipt mij… ze zullen toch wel gaan slapen straks… Ook de ouderen komen terug en er wordt nog een spelletje gedaan. Uiteindelijk besluiten we om rond 03.30u naar bed te gaan. In de kamer naast ons is het ondertussen al een tijdje rustig dus om 04.00u slapen wij.
05.45u. Lawaai. Kinderen. Praten. Roepen. Lawaai. Lachen. Schreeuwen. Gieren. Lawaai.
Ik word wakker en ik hoor het gelijk: de E-jeugd in de kamer naast ons. Ik zou er uit moeten om ze tot de orde te roepen. Ik kan het niet. Te moe. Ik blijf liggen en sukkel nog een klein beetje in slaap. Om 06.15u gaan de douchejes aan en ik weet dat ik niet meer zal slapen. Ed ligt boven mij (stapelbed) en ik hoor dat hij ook wakker is. We praten niet. We laten de situatie op ons inwerken.
Om 07.00u gaan we uit bed. Althans, Ed gaat er uit. Al jaren gaat Ed er nét iets eerder uit dan ik. Ik ken zijn ritueel: 1) wc 2) koffie zetten 3) Hollandse kneiters hits aan en 4) peukje roken. Als ik op sta, komt de geur van verse koffie mij tegemoet: “Bakkie koffie, Harry?” vraagt Ed. “Lekker!” is mijn antwoord en de dag is weer begonnen.
Deze ochtend staan er scrambled eggs, geserveerd op een witte of bruine boterham. Naast de scrambled eggs is er natuurlijk ook hagelslag, fruithagel, pasta, jam, kaas, boterhammenworst en ham. Maar die scrambled eggs, daar ligt de uitdaging voor nu. We nemen een eitje of 80 – 90 en gaan aan de slag.
De corvee ploeg komt opdraven en ik zet ze aan het werk: bekers klaar zetten, borden, bestek en het beleg uit serveren. De scrambled eggs zijn klaar en het is wachten op het brood. Dat laten we namelijk niet op vrijdag bezorgen maar is besteld voor de zaterdagochtend zodat we vers brood hebben. Patrick en Jasper hebben zich opgeofferd om het brood te halen. Een foto verschijnt in de groeps-app: een bloedmooie vrouw helpt Patrick en Jasper aan het bestelde brood. Had ik het nu zelf maar opgehaald, bedenk ik me. Maar goed, dat is te laat en ik heb me niet geschoren dus ach. Zodra het brood er is, wordt dit uitgedeeld en gaan Ed en ik de scrambled eggs uit serveren. Veel kinderen maken gebruik van het aanbod en nemen een boterham met ei. Sommigen niet 1 boterham, maar 2. En sommigen 3. En Patrick 5. Alles gaat op en er is niets meer over voor de Kookstaf. Maakt niet uit. Het draait niet om ons dit weekend. Dat beseffen we ons heel goed. Het gaat om de DSO Jeugd.
De volgende corvee ploeg mag afruimen en de tafels schoonmaken. De andere ploeg krijgt de eer om af te mogen wassen. Zelf zien de kinderen dat anders trouwens. Omdat we het al een tijdje doen, weten we dat dit +/- 30 tot 45 minuten keihard werken is voor ons. De kinderen dragen hun steentje bij en met elkaar werken we de afwas weg en is er niets meer te merken dat er voor 65 kinderen / leiding een mooi ontbijt in elkaar is gedraaid. Prima zo. Ed gooit een nieuwe pan op het vuur en ik weet wat hij gaat doen: het is onze beurt. Ik pak een tweetal borden en leg een paar boterhammen klaar. Ed pakt de bacon en een dosis eieren en gaat aan de slag. Binnen luttele seconden hebben we het ontbijt dat we verdienen. We gaan buiten zitten. Het is fris maar in een paar zonnestralen daalt onze hardslag weer tot normaal niveau en genieten we van ons ontbijtje.
Iedereen, behalve wij, vertrekt naar het bos voor het volgende spel. Ed gaat naar de douche en ik blijf nog even in de keuken. Ik zie Ed een half uur niet maar hij overleefd de douche en gaat met Rob naar Waalwijk om een gehuurde luchtkussen op te halen. Het is mijn beurt om te gaan douchen en ik weet er 45 minuten onder te staan en lekker te relaxen. Als ik uit de douche kom, komen Mega Mandy en Beau terug van een kort bezoekje aan het ziekenhuis in Tilburg. Daar zijn een paar mooie foto’s genomen van Beau zijn voet waar hij flink pijn aan had. Beau kwam me het goede nieuws vertellen dat er niets aan de hand was dus dat was een mooie opsteker.
Beau en ik helpen Ed en Rob om het luchtkussen op te bouwen en we genieten nog een klein moment van een soort van rust. In de verte zien we iedereen weer uit het bos terug keren en het is tijd voor de lunch. Met behulp van de dienstdoende corvee ploeg serveren we het brood en beleg uit. Na de lunch het ritueel van het afruimen en de afwas. Maar tevens een nieuw onderdeel: 1 corvee ploeg was ingedeeld om ‘voorbereidingen te treffen voor het diner’. Iedereen was benieuwd wat dit in zou houden… het moment was daar: 20 kilo aardappelen schillen. Na een korte maar krachtige instructie van mijn kant, kon de ploeg aan de slag. Een echt gejuich heb ik niet kunnen ontdekken.
Ik was benieuwd hoe de corvee ploeg het er vanaf zou brengen en ik besloot om na de afwas een kijkje te nemen… daar trof ik en ploegje aan dat, hoe zal ik het zeggen…, ongemotiveerd bezig waren met aardappelen schillen. Alleen bij het moment dat iemand weer een aardappel geschild had, kwam er ineens een stukje energie vrij: de aardappel mocht namelijk in een grote pan met water gegooid worden. En als je nu een beetje hard gooit, en dat kunnen veel korfballers, spettert het lekker. Het werd er bijna niet vies van op en rond de tafels… omdat ik wist wat voor werk er Ed en mij nog te wachten stond de rest van deze middag ben ik snel op zoek gegaan naar een mesje en ben gaan meehelpen. Eenmaal klaar bekeken Ed en ik de pannen en beseften we ons dat we er nog niet waren. Het was tijd om zelf even een boterham te eten en onszelf mentaal voor te bereiden voor wat komen ging.
Deze middag staat het zeskamp, Middeleeuwen stijl, op het programma. Dit vindt plaats op het grote grasveld voor het kamphuis dus vanuit de keuken kunnen we alles goed in de gaten houden. Tijd om echt te kijken hebben we niet deze middag. De ene aardappel was net iets beter geschild dan de ander. Oftewel, elke aardappel werd in de keuken onderworpen aan een check-dubbelcheck. Nadat alles goed geschild was, konden de pannen op het vuur en werden er 3 volle pannen met aardappelen gekookt. Na het koken was het tijd om de aardappelen te gaan snijden en te gaan opbakken. Tussen het bakken door het speelveld nog voorzien van drinken en ijsjes en ik ben nog om een kleine boodschap geweest in het prachtige dorp Loon op Zand. Komkommers snijden, tomaten snijden, sla klaar maken: alles lag op tijdschema.
Voorafgaand aan het kamp, had de leiding die de bonte avond op zich zou nemen, bedacht dat het leuk zou zijn om de bonte avond te combineren met het avondeten. Moesten er alleen wel 3 gangen zijn. Pats-boem. Geen overleg. Terug te vinden in de notulen. En die staan in Dropboks. En daar moet je de juiste rechten voor hebben. Om lang verhaal kort te maken: Kookstaf, regel het maar. En dan doen we dat ook.
18.30u was het tijd voor de eerst gang: kruidige, volle tomatensoep of een krachtige, smaakvolle kippensoep, geserveerd met stokbrood en kruidenboter. We serveerden het uit, alsof we het elke dag doen.
Na de soep hadden we 30 tot 45 minuten om gang 2 gereed te krijgen. En tja, dan helpt het niet als je tussendoor ook nog even neergestoken moet worden door 1 van de groepjes. Maar ik laat me niet kennen en laat me geheel vrijwillig in mijn brede borstkas en in mijn maag steken met pollepels, zwaarden en bezemstelen. Nadat ik zogenaamd was gestorven, wist ik niet hoe snel ik weer moest opspringen om mezelf te haasten naar de keuken. Ed was al druk bezig met de aardappeltjes opnieuw op te warmen en ik ging aan de slag met de kip. De kip die we vrijdag hadden gehaald, plaatsen we in een aantal mooie bakken en gingen de oven in. Precies op tijd waren we klaar om het hoofdgerecht te gaan serveren: gebakken verse aardappeltjes met onbeperkt gegrilde kippenpootjes en geheel naar eigen invulling compleet te maken met sla, komkommer en tomaat. Bij een hoofdgerecht hoort een mooi glas wijn dus voorafgaand het hoofdgerecht, kreeg iedereen een mooie grote Middeleeuwse pul van 55cl waar de witte en rode wijn werd ingeschonken.
Tafel voor tafel kwam men langs Ed en mij om een bordje te laten opscheppen. De meesten vonden het gelukkig erg lekker smaken en kwamen al snel voor een 2e, 3e of 4e ronde langs. En Patrick 5 rondes. En Dylan ook trouwens!! Die vond de aardappeltjes veeeeeeeel lekkerder dan bij zijn moeder… En wat te denken van Daan… kippenpootjes monster!
Het toetje bestond uit dubbelvla aardbeien-banaan of chocolade-banaan. Ik ben blij dat we het diner veelal met plastic borden, schaaltjes en bestek hebben kunnen doen, want een corvee ploeg was er niet doordat het vermengd was met de bonte avond. Helaas kun je niet bakken in plastic pannen dus bleef er nog genoeg over voor Ed en mij om ons niet te hoeven vervelen.
De rest van de bonte avond was relatief rustig: drinken en chips verzorgen en daarna onze bank op. Heerlijk. Ed en ik zijn ook geen 18 meer en we hebben dan ook last van onze vingertoppen, handen, rug en knieën. Maar we klagen totaal niet. Je hoort ons niet. Er waren nog een paar kippenpootjes over en we warmen deze nog even op voor de leiding. Lekker, we hadden tenslotte nog niet genoeg gegeten. De ouderen gingen opnieuw het bos in voor een tof spel. Bij terugkomst werd er nog een spelletje gedaan en een klein gedeelte van de leiding heeft nog een potje poker gespeeld. Rond 02.00u was het mooi geweest en ben ik naar bed gegaan. De kamer naast ons, je weet wel: die van de E-jongens, was verdacht stil. Op zich ook wel logisch: die waren natuurlijk kapot van de nacht hiervoor en van deze drukke en volle dag met spellen en lol.
06.00u. Lawaai. Kinderen. Praten. Roepen. Lawaai. Lachen. Schreeuwen. Gieren. Lawaai.
Ongelofelijk. Heel veel tijd om hier over na te denken, was er niet want we moeten deze ochtend extra vroeg ons bed uit. Op het ontbijtmenu staan wentelteefjes. Super lekker om te eten, maar daardoor moet je er voor 65 personen best veel maken.
De mengsels worden gemaakt, de pannen op het vuur gezet en het grote festijn kan beginnen. We knallen 2 uur lang flink door en maken zo’n 200 tot 250 wentelteefjes. Vingertoppen? Welke vingertoppen? Hup, de pan in en omdraaien die dingen.
Bij het uitdelen van de wentelteefjes valt het me op dat niet iedereen weet wat het zijn en dat zorgt hier en daar voor aarzeling. De meesten proberen het toch en het blijft niet bij 1 stuk. De wentelteefjes vallen in de smaak en ik ben blij dat we er genoeg gemaakt hebben. Aan het einde is er zelfs nog wat over zodat ook wij een teefje kunnen pakken. Een wentelteefje wel te verstaan.
Afruimen. Tafels schoonmaken. Afwas. Afdrogen. De hele riedel komt weer voorbij. Mn handen beginnen enigszins wat geïrriteerd te raken van alle afwas, sopjes en schoonmaakmiddelen. Maar hoor je ons klagen? Echt niet.
Voor de kinderen en leiding is het weer tijd om richting het bos te trekken dus de tijd voor Ed en mij om te gaan douchen en de eerste spulletjes alweer te gaan opruimen. Eind van de ochtend is het tijd om te starten met de voorbereidingen van de traditionele zondagmiddag kamplunch: broodje knakworst met saus naar keuze. 300 knakworsten worden warm gemaakt en de broodjes worden klaar gezet. Als iedereen eenmaal terug uit het bos is, wordt er en tafel buiten gezet en kunnen we onze broodjes worst gaan uitdelen. Er vormt zich een lange rij achter de tafel en iedereen komt wel 2 of 3 of 4 keer lang voor een broodje. En Patrick 5 keer. Alles gaat op, tot het laatste broodje en het laatste worstje. Hoezo, strak inkopen? Wat zal de penningmeester blij zijn.
De kinderen hebben de kamers al uitgeruimd en geveegd en gaan voor het laatste spel het bos in. Het startsein voor Ed en mij om te gaan opruimen en schoon te gaan maken. Maar een paar anderen van de leiding wordt alles geveegd en wat schoon gemaakt moet worden, wordt schoon gemaakt. Alles spullen worden opgeruimd en in de auto’s geladen. Wat weg mag of kan, gaat weg.
Nog ff doorzetten. Nog ff door gaan. Niet denken aan die pijnlijke rug, de vermoeidheid, de knieën die niet langer belast willen worden, etc. We gaan door. We doen het.
Na terugkomst uit het bos, is het tijd voor de prijsuitreiking en het laatste woord. En dat heeft Patrick uiteindelijk. Altijd overigens. De kinderen gaan de bus in en we doen een laatste ronde door het kamphuis. Het zit er op. Het is klaar.
Maar nog niet helemaal.
Terug naar Klundert racen om op tijd weer bij de kantine te zijn om de kinderen voor de laatste keer gedag te zeggen en een praatje te maken met wat ouders. De meeste ouders zijn blij dat hun kinderen weer terug zijn.
Nadat alle ouders en kinderen naar huis zijn, kunnen we de kampspullen gaan opruimen in de DSO Kantine. Rust? Nee. Elk jaar gaan we met de hele meute als afsluiting nog even uit eten met elkaar. Normaal bij de Chinees maar dit jaar bij De Beren. Prima keuze. Lekker afsluiten met elkaar waarbij we terug blikken op WEER een geweldige editie van het DSO Jeugdkamp!
En ja, heel af en toe hebben we als Kookstaf misschien wat geklaagd.. en heel misschien schets ik hier en daar de waarheid niet helemaal juist, maar laat ik u dit zeggen: wat is deze groep Kampleiding toch een ijzersterk team. En dan heb ik het een keer niet over de Kookstaf, hoewel die ook best wel heel erg fijn en geweldig zijn, maar in het bijzonder over de échte leiding van de groepen, de spellen, etc. Wat een creativiteit, energie, inzet, enthousiasme, zorgzaamheid en power! Super trots op DSO, deze leiding en dat ik hier dit jaar weer een klein beetje deel van uit mocht maken.
Na jaren in de Kookstaf te hebben gezeten, waarvan de laatste jaren met Ed, is het tijd om afscheid te nemen. Wat was het tof om te doen, elk jaar weer. En wat was ik gebroken, elk jaar weer. Maar ik stop. En Ed ook. We stoppen. In principe. Maar zeg nooit nooit.
Namens de Kookstaf,
Anton