Hieronder wordt de spelregel tav de vrije bal “kort” toegelicht.
De aangepaste spelregel rond de vrije bal:
De speler, die de strafworp neemt, staat direct achter het strafworppunt; het is hem verboden met enig lichaamsdeel het strafworppunt en het beschaduwde gebied in de illustratie van het vrije worpgebied (zie afbeelding hiernaast) aan te raken, voordat de bal zijn hand(en) verlaten heeft.
Alle overige spelers dienen buiten het strafworpgebied (zie afbeelding hiernaast) te staan tot de bal de hand(en) van de strafworpnemer verlaten heeft.
De bal is in het spel gebracht als één van de volgende drie situaties zich voordoet binnen de vier seconden nadat de scheidsrechter gefloten heeft voor het nemen van de vrije worp:
1. een verdediger de bal raakt of;
2. de bal ten minste een afstand van 1 m (gemeten over de grond) vrij in de lucht werd geworpen en een medespeler de bal raakt terwijl hij met beide voeten op de grond staat buiten de vrije worp cirkel of;
3. de bal volledig buiten de vrije worp cirkel is gekomen.
De scheidsrechter is de enige die zal oordelen of de bal die werd geworpen door de nemer van de vrije worp een afstand van ten minste 1 m heeft afgelegd of de bal is volledig buiten de vrije worp cirkel gekomen of wanneer iedere periode van vier seconden voorbij is.
De zogenaamde “tikbal” is hierdoor niet meer mogelijk en wordt dus afgekeurd. Vereiste is nu dus dat de bal ten minste 1 m. door de lucht (gemeten over de grond) aflegt. Ook is voor de aangever niet meer mogelijk bij de vrije bal in te stappen hij dient de bal te spelen met beide voeten op de grond en buiten de cirkel.
Alle wijzigingen zijn te vinden op de site van het KNKV. Klik hier voor de link.