Aan het einde van het vorige seizoen leek een deel van het korfbalveld plotseling meer op de sahara dan op gras. Vorige week lag het veld opeens vol met buizen. Heeft de jeu-de-boules-club de helft van ons veld overgenomen? Wordt er naar olie geboord aan de Ambachtsherenweg? Uiteindelijk bleek het om de gemeentelijke sproei-installatie te gaan, die behoorlijk in de weg lag voor de oefenwedstrijden die avond. Gelukkig wist terreinmeester Rinus Leijten de buizen net op tijd van het veld te sturen. Marcel Michielsen zocht Rinus op om eens te kijken hoe groen het gras nu eigenlijk is…
En Rinus, heb je vanmiddag nog buizen van het terrein gejaagd?
“Nee, nee, vandaag niet. Ze hebben vanmiddag alleen die trekker weggehaald. Gisteren hebben ze wel weer veel gesproeid. Dat moet ook weer niet te veel, dan verzuipt het gras. Maar het staat er aardig bij, het is goed gegroeid, ik ben er net even op geweest.”
Oh, je hebt even een proeftraining gedaan!
(lachend) “Ja, ja… Ach, het is goed dat ze sproeien, daar is niets op aan te merken. Als je de gemeente wat vraagt, komen ze gelijk. Maar ze doen niks uit zichzelf. Toen ik met vakantie was, is het erg droog geweest en dan groeit het natuurlijk niet. Toen ik terug kwam stond er nog geen centimeter gras op het nieuw ingezaaide stuk, terwijl het na 14 dagen al flink uit moet staan. Dus het is goed dat ze sproeien.”
Alleen liever niet tijdens de wedstrijden…
“Tja, ik kwam ‘s middags op het veld en het lag helemaal vol met buizen die volop aan het sproeien waren. Er was niemand bij, dus ik ben de gemeente gaan bellen dat dat niet kon, omdat we oefenwedstrijden hadden. Anders waren ze de hele dag doorgegaan met sproeien.”
Wat is er eigenlijk precies gebeurd met het gras?
“Op een helft van het veld hebben ze er een centimeter of 6,7 eraf geschraapt, zoals ze dat noemen. Daarna is het veld helemaal gelijk gemaakt en is er nieuw gras ingezaaid. Dat was nodig omdat het veld hobbelig was en omdat er allerlei verschillende grassoorten door elkaar groeiden. Zoals hier aan het begin, da’s allemaal Engels gras.”
Engels gras? Mag je daar alleen links op lopen?
(lachend) “Nee, nee, ik weet ook niet of dat wel de goede naam is. Zo wordt het in de volksmond genoemd. Da’s dat donkere gras, wat hier vooraan bij de kantine staat.”
Hoe komt dat exotische gras hier dan? Is dat overgebleven van de plantjesactie?
“Er wordt steeds wat gras bijgezaaid en dat is niet altijd hetzelfde. Daarom wordt alles nu er af gehaald en wordt er nieuw gezaaid. Maar het groeit nu goed. Nog een week of drie, vier, dan kunnen de kleintjes er wel op beginnen.”
En dan moet het tweede deel, het hoofdveld nog.
“Ja, als vereniging zullen we moeten zorgen dat we eind mei helemaal klaar zijn, dan kan het goed groeien tijdens de zomer. Dubbelschieten en familietoernooi zullen dan op het andere deel moeten. Da’s wel wat verder van de kantine, maar dat is even niet anders.”
Mooi, maar het is nog steeds geen kunstgras…
“Nee, dat zal er voorlopig ook niet van komen. Ik heb dat nog aan die man van de gemeente gevraagd, die gaat over alle sportvelden. Alleen als we hier weggaan, zou het misschien kunnen. Er is een tijdje terug nog een grote test gedaan in het stadion van Heracles in Almelo. Daar hebben ze toen verschillende soorten kunstgras op een rubberen ondergrond neergelegd en door voetballers laten testen. Je kan er zelfs een sliding maken zonder je been te bezeren. Maar de gemeente heeft van het KNKV een brief gehad dat het voor korfbal niet toegepast mag worden. De bal zou er niet op kunnen stuiten, ofzo…”
Als het regent, stuit de bal nu ook niet…
“Nee, maar ik denk dat het anders ook niet doorgegaan was hoor. Het is toch te duur.”
Genoeg over het gras, nu even over jou: je bent al héél lang lid van DSO.
“Klopt, vanaf de oprichting in 1959. Dat kwam door m’n zus, Coby, die heeft de korfbal opgericht, samen met Van de Zouwen, enz.”
Dus je zus deelde mee dat je ook moest gaan korfballen…
“Ja, die vroeg natuurlijk of ik mee kwam. Ik was toen een jaar of 13, 14. Nog aspirant, ja, maar in het eerste jaar speelden we nog niet meteen competitie. Daarna wel, toen speelde ik gewoon bij de senioren. We hadden trouwens nog maar één team, toen. Met Cor, Mattie en die andere meiden allemaal.”
Was Dora toen ook al in beeld?
“Nee, nog niet. Je had toen Wil, de vrouw van Cor Hollemans, Ina van Es en Miep Giljam. Maar Dora is er ook al weer 33 jaar bij, en ook al is ze geen lid, Door heeft altijd van alles gedaan voor de korfbal. In de kantine, nu voor de Flits, enz. En verder had je nog Joop van Rij, schrijf die maar op, dat was mijn beste vriend! Een kleine, maar heel gezellige groep!”
Dat klinkt alsof je er goede herinneringen aan hebt.
“Zeker! Ik weet nog wel dat we als naïeve Brabanders in de winter naar Rotterdam moesten. Een zaalcompetitie was er nog niet, dus we speelden op woensdagavond laat. Toen we midden in de nacht terug kwamen was er een tunnelbuis van de Maastunnel afgesloten en een agent gaf om de beurt één rijbaan een stopteken. Maar ja, dat begrepen wij natuurlijk niet en wij zaten met veel te veel in één busje. Dus er riep iemand tegen Joop: ‘Eruit Joop, eruit, we zijn met veel te veel.’ En daar stond Joop dan, in de Maastunnel, terwijl onze rijstrook al weer mocht gaan rijden… Dus hij achter dat busje aan rennen… Daar hebben we later nog smakelijk om gelachen!”
Ik heb je nooit zien spelen, maar het schijnt dat je een erg fanatieke speler was…
“Ja, ja, heel fanatiek! Ik speelde het liefst in het middenvak, en ook wel in de aanval. In het middenvak probeerde je dan zo snel mogelijk die bal naar de aanval te krijgen en andersom ook weer tegenhouden natuurlijk.”
Ben je in je fanatisme ook wel eens tegen een kaart opgelopen?
“Ja, toen moest ik nog in Dordrecht voor de tuchtcommissie komen. Ik weet het nog precies, dat was tegen Snel. Zij stonden 4-0 voor, maar we kwamen terug tot 5-4 en dat konden ze niet hebben. Die gasten begonnen een beetje te klieren en zo’n goser maakte zich boos en schopte de bal weg. Tja, toen zijn we op de vuist gegaan…”
Wanneer ben je gestopt met spelen?
“Dat was bij Wim de Bruijn, rond 1975. Bij ACKC in Almkerk ben ik door m’n rug gegaan. Het was een sprongduel, zo’n goser springt op m’n rug. Daar heb ik een hernia aan over gehouden. Daarna heb ik nooit meer gespeeld en dat valt niet mee als je zo fanatiek bent. We hadden met Wim de Bruijn voor het eerst een trainer van buiten, da’s zuur als je dan niet mee mag doen! Daarna ben ik gaan coachen.”
Welke spelers heb je nog gecoached?
“Poeh, dat waren er veel. Johan Vermeulen, Leen Tolenaars, Ingrid Verkaik en ook Hans Posthumus nog. En nog veel meer, hoor.
Hoe lang ben je eigenlijk coach geweest?
“Tjonge… ja, lang. Ik denk wel een jaar of tien. En ook fanatiek hoor, wel eens té fanatiek, als ik achteraf terug kijk. Als de bal twee keer verkeerd ging, tja… Ik heb een luide stem, dat komt wel eens verkeerd over. Maar na de wedstrijd lekker wat drinken, dan was het over. Dat mis ik nu wel eens. Maar Johan en Leen, dat waren ook geen lieverdjes!”
Je leeft al jaren mee met DSO 1. Wat wordt het dit seizoen?
(Het blijft even stil…) “Ik vind het heel moeilijk. Lammert lijkt me een hele goede trainer, maar het zal wel weer precies als andere jaren gaan. Ploegen als Good Luck, Voltreffers en Vios, daar laten we toch weer punten liggen. Maar ik denk dat we wel vooruit gegaan zijn, zeker met die jonge gasten als Sander en Martijn. Dus we moeten ook niet te pessimistisch zijn, de competitie is nog lang. Maar Vios is voor mij toch meer favoriet in deze klasse.”
Over jonkies gesproken: die oude zoon van je lijkt toch weer een goede kans te maken…
“Ja, daar ben ik heel trots op, absoluut. Alleen had wat mij betreft de indeling al wel eerder gemaakt kunnen worden. De spelers waar het tussen gaat zijn natuurlijk al lang bekend, de trainer weet van vorig jaar al wat ze kunnen. Dan had je een betere voorbereiding kunnen draaien. Maar of nu Jurgen of Herbert er in staat, ik denk wel dat het goed is dat er een ervaren speler bij die jonge jongens staat.”
Was je zelf zo’n speler als Jurgen nu?
“Ja, zeker. Alleen niet zo stevig, ik was echt een lat. Maar ik had wel een zuiver schot en was goed in strafworpen. Ik heb zelfs nog een beker gewonnen als topscorer. Om die beker te kunnen winnen moest je toen wel een dubbeltje per doelpunt betalen.”
Goed idee: het is te hopen dat we dit seizoen véél dubbeltjes moeten betalen! Bedankt voor dit interview en tot op het veld!