Interview met… Cor Hollemans

15 oktober 2002by Webmaster

cor1.jpgDinsdag 29 april was een bijzondere dag voor Cor Hollemans. Na bijna 40 jaar in het bestuur gezeten te hebben nam Cor eind vorig jaar afscheid. Alles bijelkaar voldoende reden om Cor voor een Koninklijke Onderscheiding te nomineren. Dinsdag was het zover: Cor ontving op het stadhuis in Zevenbergen het welverdiende lintje. Marcel Michielsen zocht Cor en z’n lintje op.

Zo Cor, dat was een flinke verrassing, toch?
“Dat mag je wel zeggen. Ik wist nergens van, ben gewoon naar m’n werk gegaan en om negen uur moest ik met m’n baas mee komen. ‘Cor’, zei hij, ‘je moet zo mee komen, maar in deze kleren kan dat niet. Daar liggen kleren, trek die maar aan.’ Dus ik doe dat jasje aan, en ja hoor, dat paste. Alleen m’n schoenen stonden niet zo mooi bij de broek, maar in een tasje had hij ook nog een paar schoenen, die me bekend voor kwamen. Pas toen had ik door dat het mijn eigen kleren waren…”

Begon er toen al wat te dagen?
“Nee, helemaal niet. Ik dacht dat er misschien een foto gemaakt moest worden ofzo, maar begreep al die geheimzinnigheid niet. Maar ik mocht van m’n baas ook niks meer vragen. Toen we uiteindelijk bij het gemeentehuis waren en ik een paar vlaggestokken zag liggen, bedacht ik dat het de volgende dag koninginnedag was. Misschien dat er dus iemand van m’n bekenden een lintje zou krijgen. Tja, als zoiets bij een ander gebeurt denk je altijd: ‘dat heb je toch door!’ Maar als het je zelf overkomt, dan verwacht je het helemaal niet.”

Wanneer had je eindelijk door dat het om JOU ging?
“Toen ik binnen kwam en daar familie, collega’s én DSO-ers zag, viel eindelijk het kwartje. Het was echt een enorme verrassing. Ook Wil, mijn vrouw, wist het pas een paar dagen. Achteraf vallen de puzzelstukjes dan wel in elkaar.” Wil vult aan: “Ik vertelde Cor dat ik dinsdag vrij genomen had, toen zei hij: ‘waarom neem je vrijdag niet vrij, dan heb je een lekker lang weekend’, maar dat was natuurlijk niet de bedoeling.”

Onbewust heb je het anderen dus toch nog moeilijk gemaakt…
“Inderdaad. Ik had maandag behoorlijk last van m’n teen en zei tegen de bedrijfdleider dat ik dinsdag thuis zou blijven als het niet beter zou gaan. Dan had ik natuurlijk alles in het honderd laten lopen, dus die man had meteen weer met Wil gebeld dat ik niet naar de dokter mocht op dinsdag. Da’s gelukkig ook niet gebeurd!”

cor2.jpgTijdens de toespraak van de burgemeester kreeg je even een brok in je keel
“Ja, ik ben er ook enorm trots op. Als je de vierdaagse loopt, dan weet je van tevoren dat je een medaille krijgt, maar dit… dit was zo onverwacht. De burgemeester zei het ook wel mooi, al vergat hij bij de activiteiten die ik georganiseerd heb soms het woordje ‘mede’. Want ik heb allerlei dingen natuurlijk niet in m’n eentje gedaan, da’s altijd samen met anderen geweest.”

Even terugkijken naar die afgelopen 40 jaar. Hoe ben je bij de korfbal terecht gekomen?
“Op 31 augustus 1959 had ik m’n eerste werkdag bij Philips, samen met Ad van Es. Twee dagen later was de oprichtingsvergadering van de nieuwe korfbalvereniging en Ad vroeg of ik zin had om mee te gaan. Zijn zus, Ina van Es, was daar namelijk bij betrokken. Dat leek me wel wat, want ik hield van sport en wilde graag wat met een bal doen. En voetballen mocht ik niet van m’n vader, want daar werd te veel bier gedronken!”

Al in 1961 kwam je in het ‘bestuur’ van de korfbal, al was er toen nog geen sprake van een bestuur zoals we dat nu kennen.
“Ik heb eerst in dienst gezeten en was in Duitsland gelegerd. Toen ik uit dienst kwam ben ik steeds meer gaan doen bij de korfbal. Eerst als materiaalman, ik was de ballenjongen. Toen had ik alle ballen thuis, vier in totaal! Dat waren nog van die ballen met veters, die moesten steeds ingevet worden. Vlak daarna kwam ik in de twaalftal-commissie, dat was eigenlijk het bestuur van de korfbaltak onder het hoofdbestuur van Spido. Als afgevaardigde van de korfbal kwam ik toen ook in dat hoofdbestuur.”

Dan moet je wel een erg jong bestuurslid geweest zijn. Hoe jong was je toen?
“Een jaar of 17, 18 moet dat geweest zijn. Dat was jong, maar we bestonden ook nog maar net, dus we waren ook niet met zo heel veel mensen.”

cor3.jpgInmiddels wat op de achtergrond is je vrouw Wil ook al 40 jaar lid. Hebben jullie een korfbalhuwelijk?
“Ja hoor. We waren allebei lid. Wil ging veel om met een groep van zes of zeven meiden, die door mij getraind werden. Wil was toen 15, ik 17. Op de Bondsdag, een korfbaldag van de bond, sloeg de vonk over. Ik herinner me ook nog het Swift-toernooi uit die tijd, dat moet 1961 geweest zijn. Het toernooi werd afgelast en wij lieten ons door de bus afzetten op de Kermis in Roosendaal. Dat mocht helemaal niet en natuurlijk kwam dat uit, toen de ouders van Wil een teamgenootje zagen fietsen…”

In het begin van de 70-er jaren was je ook nog even trainer van Spido 1. Hoe kwam dat zo?
“Klopt, maar dat kun je niet vergelijken met zoals het nu gaat. Pas daarna kwam er voor het eerst een trainer van buitenaf. Toen was het nog zo dat degene die zijn hand op stak de trainer werd, bij wijze van spreken. De resultaten weet ik ook niet meer, het plezier was veel belangrijker. Resultaten waren ondergeschikt. Dat heb ik altijd wel gehad, ik wil graag winnen hoor, maar niet ten koste van het plezier. Het was best een drukke tijd, want naast trainen, coachen en spelen floot ik ook nog seniorenwedstrijden, ook al had ik geen scheidsrechters-diploma. Dat was soms flink haasten op de brommer!”

Als bestuurslid heb je alles zo’n beetje meegemaakt. Was is het grootste verschil tussen nu en 40 jaar terug?
(lachend) “Vroeger, als wij speelden, had je als coach twee of drie horloges van de spelers om op te passen. De rest had er geen. Nu staat de coach met minstens 7 telefoons in z’n handen, da’s toch wel veranderd! Maar verder…. ja, het spel is technisch wel veranderd. Je ziet bij de jeugd dat ze het spelletje al op jongere leeftijd beginnen te snappen, dat was bij ons niet. En de faciliteiten zijn ook veranderd, zo hebben we nu een schitterend clubhuis. met in mijn ogen ook een schitterende naam: ‘Veldzicht’. Dat was ook een vereiste om de jeugd op te kunnen vangen, een eigen clubhuis. Pas nadat we het eerste clubhuis hadden, is de jeugdafdeling geleidelijk gaan groeien. Geleidelijk, hè, dus niet naar 1215 jeugdleden zoals foutief in de krant stond…”

(hiernaast het stukje uit BN/De Stem waar toch wel wat fouten in staan. Zo benadrukt Cor dat hij de dingen die genoemd worden zeker niet alleen heeft gedaan en floot hij al ruim vóór 1979, echter zonder officieel diploma. En inderdaad, 1215 jeugdleden is wel érg veel…)
“Zo groot, dat zou ook niet te behappen zijn. Ik denk juist dat de sterkte van DSO is dat het geleidelijk en gestaag gegroeid is. Dan groeit alles mee. Je moet niet ten koste van alles groter en groter willen worden, dan gaat het mis.”

cor4.jpgMet sommige nieuwe dingen heb je best moeite gehad. Ik meen dat je vroeger fel tegen sponsoring was…
“Ik had daar zeker moeite mee, maar in de loop der jaren ben ik daar ook wel in veranderd. Twintig jaar geleden zei ik nog: ‘Mij zul je nooit met de warme bakker op m’n shirt zien lopen.’ Inmiddels hoort het er gewoon bij, het ziet er ook fraai uit, allemaal dezelfde kleding. Alleen zo’n combinatie van een clubnaam met een sponsor, dat gaat er bij mij niet in. Toen ik nog in het bestuur zat heb ik altijd gezegd dat ik zou stoppen als dat zou gebeuren. Zo’n club als PKC Koffiebar, dat is toch helemaal niets.”

Wat is terugkijkend de minst leuke periode geweest?
“Die heb ik eigenlijk bijna niet gehad. Ik heb het altijd geweldig naar m’n zin gehad. Als ik toch wat moet noemen, dan de scheiding met Spido. Ik was daar zelf niet voor, maar het was onontkoombaar. Dat was een moeilijke tijd, een strijd tussen de korfbaltak en het hoofdbestuur, en daar zat ik tussenin.”

En wat was de leukste periode?
“Poeh, dat is ontzettend moeilijk. De bouw van dit clubhuis was een schitterende ervaring. De inzet van al die mensen, het fantastische eindresultaat, prachtig! Ik heb altijd met veel plezier een hoop tijd in de club gestoken en dat is door de club altijd gewaardeerd. Het leuke is dat ik als bestuurslid op het laatst ook weer verantwoordelijk was voor het materiaal. Ik ben dus begonnen als ballenjongen met 4 ballen, en ook weer gestopt als ballenjongen, maar dan met een stuk of 50 ballen!”

Bedankt Cor, ook namens het DSO-bestuur en de leden nogmaals gefeliciteerd met je onderscheiding en tot ziens!
“Je zal me nog vaak genoeg zien bij DSO hoor, daar kun je zeker van zijn!”

ROUTE BESCHRIJVING

ADRES GEGEVENS

VELD

Molenvliet 9a

Sportpark de Niervaert

4791 GB Klundert

0168 - 402751


ZAAL

Molenvliet 7

Sportpark de Niervaert

4791 GB Klundert

OVERIGE INFORMATIE

© 2024 KV D.S.O. Klundert

Alle rechten voorbehouden


Privacy policy

Cookie policy